Identiteit en Burgerzaken

Principes

Actieve en passieve openbaarheid

Openbaarheid van bestuur kan worden gedefinieerd als "een verplichting die op een bestuur rust om documenten of informatie aan het publiek beschikbaar te stellen".

In de wetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen actieve openbaarheid van bestuur en passieve openbaarheid van bestuur.

Actieve openbaarheid

Bij actieve openbaarheid van bestuur gaat het om informatie die een bestuur uit eigen beweging ter beschikking stelt.

De wet van 11 april 1994, zoals recent gewijzigd door de wet van 12 mei 2024, bepaalt dat de federale administratieve instanties volgende informatie aan de burger ter beschikking moeten stellen:

  • een document met de beschrijving van haar bevoegdheden en haar interne organisatie;
  • in alle briefwisseling die uitgaat van voormelde instanties: de naam, het adres en het telefoonnummer van de bevoegde dienst die meer inlichtingen kan verstrekken over het dossier;
  • in elke beslissing of administratieve handeling met individuele strekking: de eventuele beroepsmogelijkheden, de instanties bij wie het beroep moet worden ingesteld en de geldende vormen en termijnen.

Elke administratieve instantie moet ook de burger informeren over de federale regelgeving in verband met de bevoegdheid van de betrokken administratie. De relevante regelgeving wordt op zijn minst op de website van die administratieve instantie bekendgemaakt.

Alle ministers en alle staatssecretarissen van de federale regering publiceren een geactualiseerde lijst met de naam en functie van de leden van hun beleidsorganen. Deze gegevens moeten ter beschikking blijven gedurende de gehele ambtstermijn van de betrokken ministers en staatssecretarissen.

De federale administratieve instanties moeten op eigen initiatief de burgers informeren over hun beleid, regelgeving en dienstverlening, telkens wanneer dat nuttig, belangrijk of noodzakelijk is.

Om de verplichtingen inzake actieve openbaarheid na te leven dient de administratieve instantie daarop over het volgende te waken:

  • Deze informatie moet zo veel mogelijk personen, verenigingen of organisaties van de doelgroep bereiken, desgevallend via aangepaste communicatiestrategieën voor thema's die moeilijk te bereiken doelgroepen aanbelangen.
  • De informatie is correct, betrouwbaar en accuraat;
  • De informatie is relevant en wordt doelgericht verspreid;
  • De informatie wordt tijdig en systematisch verspreid;
  • De informatie is gemakkelijk te raadplegen voor het beoogde doelpubliek via, diverse kanalen en media;
  • De communicatie is politiek en commercieel neutraal (deze verplichting geldt evenwel niet voor de beleidsorganen van de federale regering).

Passieve openbaarheid

Bij passieve openbaarheid van bestuur neemt de burger het initiatief om bestuursdocumenten bij een bestuur op te vragen. De passieve openbaarheid van bestuur houdt de toekenning in van een subjectief recht van toegang. Het is grondwettelijk verankerd in artikel 32 van de Grondwet dat op federale bestuursniveau werd uitgewerkt door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur

Grondwettelijke basis

Artikel 32 van de Grondwet luidt als volgt:

"Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ".

Uitgangspunt is dat elk bestuursdocument van nature openbaar is, tenzij er redenen zijn die een tijdelijk niet openbaarmaking rechtvaardigen en deze in een wettelijke norm hun grondslag vinden.

Het recht komt iedereen zonder onderscheid toe en dit op voet van gelijkheid. Zowel natuurlijke als rechtspersonen genieten dit recht.

Het recht kan zowel uitgeoefend worden door inzage te nemen als door het verkrijgen van kopieën. De aanvrager kiest hoe hij zijn recht wenst uit te oefenen. In de openbaarheidswetten is nog een derde wijze van uitoefening toegevoegd, namelijk een recht op uitleg.

Artikel 32 van de Grondwet heeft directe werking, wat inhoudt dat zelfs als een wetgever heeft nagelaten om procedureregels en uitzonderingen uit te werken, de aanvrager steeds rechtstreeks een beroep kan doen op het grondrecht en het ook voor de rechter kan laten afdwingen.

Omdat het grondrecht ook een bevoegdheidsverdelende regel bevat, hebben zowel de Federale Staat als de gemeenschappen en gewesten een regelgevende bevoegdheid op het gebied van de openbaarheid van bestuur.

Bestuursdocumenten

Een bestuursdocument is "alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve instantie beschikt". Onder een administratieve instantie wordt verstaan

  1. een administratieve overheid als bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
  2. de provincies en de gemeenten, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
  3. de instellingen van openbaar nut, zijnde de organismen bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
  4. de meergemeentepolitiezones bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus en hun organen, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
  5. de hulpverleningszones bedoeld in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en hun organen, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
  6. de beleidsorganen van de federale regering bedoeld in het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest.