Het administratief beroep
Waartegen kan een beroep worden ingesteld?
Een beroep kan worden ingesteld tegen:
- elke beslissing die niet voldoende ingaat op een aanvraag of niet in overeenstemming is met de bepalingen van de wet: gehele of gedeeltelijke afwijzing, onvoldoende of onjuist beantwoord, geen respect voor de gevraagde vorm of het gevraagde elektronische formaat, onvoldoende gemotiveerd, enz.
- het ontbreken van een beslissing binnen de maximale mededelingstermijn van de beslissing van 30 of 45 (in geval van verlenging) kalenderdagen;
- het feit dat een positieve beslissing niet of slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd binnen de maximale uitvoeringstermijn van 30 kalenderdagen of 45 kalenderdagen in geval er beslist werd tot verlenging van de beslissingstermijn.
De termijn om beroep in te stellen
Het beroep moet in principe ingediend worden binnen een termijn van 60 kalenderdagen.
Als beroep wordt aangetekend tegen een uitdrukkelijke beslissing, bijvoorbeeld een beslissing die de openbaarmaking geheel of gedeeltelijk afwijst, dan begint deze termijn te lopen de dag na het versturen van deze beslissing.
Deze maximumtermijn geldt niet wanneer beroep wordt aangetekend tegen het feit dat geen tijdige beslissing werd genomen.
Als de beslissing niet, of slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd, geldt dat de termijn voor het indienen van het beroep 60 kalenderdagen bedraagt, vanaf de dag na het verstrijken van de uitvoeringstermijn.
Het beroepsschrift
Aanvragers dienen hun beroep schriftelijk in (per brief, per fax of – bij voorkeur – per e-mail). Het beroep is vergezeld van een kopie van de oorspronkelijke aanvraag, het eventuele antwoord van de milieu-instantie waarbij de aanvraag is verricht, en eventuele latere briefwisseling tussen aanvragers en de milieu-instantie.
De behandeling van het beroep
Het secretariaat van de Commissie registreert het beroep. Indien zij vaststellen dat bepaalde documenten ontbreken, nodigen ze de aanvragers uit om het beroep te vervolledigen om het onderzoek door de Commissie mogelijk te maken.
De Commissie brengt de betrokken milieu-instantie op de hoogte van het beroep en verzoekt haar uit om de milieu-informatie waar het verzoek op slaat, over te maken aan de Commissie. De milieu-instantie is er toe gehouden om aan de vraag van de Commissie gevolg te geven op grond van artikel 40 van de wet van 5 augustus 2006. De Commissie geeft de milieu-instantie tevens de mogelijkheid om haar standpunt nader toe te lichten.
De beslissing over het beroep
De Federale Beroepscommissie dient haar beslissing te nemen binnen een termijn van dertig dagen. Ze kan altijd die termijn met vijftien dagen verlengen wanneer de informatie moeilijk tijdig te verzamelen of wanneer toetsing van de uitzonderingsgronden moeilijk is. Die verlenging moet schriftelijk en gemotiveerd worden binnen de oorspronkelijke termijn van dertig dagen.
Slaagt de Federale Beroepscommissie er niet in om tijdig te beslissen, dan behoudt ze haar mogelijkheid om te beslissen. De termijnen die gelden voor de Commissie zijn immers termijnen van orde. De termijn waarbinnen de Federale Beroepscommissie neemt, moet wel beantwoorden aan een redelijke termijn.
De Commissie stuurt haar beslissing zowel aan de aanvrager als ook de betrokken milieu-instantie.
De uitvoering van de beslissing over het beroep
In principe voert de milieu-instantie de voor de aanvrager geheel of gedeeltelijk gunstige beslissing van de Federale Beroepscommissie uit binnen de veertig kalenderdagen of, in geval van verlenging, binnen de vijfenvijftig kalenderdagen nadat het beroep werd ingediend.
Een eventuele positieve beslissing van de Federale Beroepscommissie die de openbaarmaking toekent, kan in bepaalde gevallen onvoldoende zijn om de verzoeker volledige genoegdoening te geven. Daarom kan de Federale Beroepscommissie haar eigen beslissing ook daadwerkelijk laten uitvoeren wanneer de milieu-instantie die over de milieu-informatie beschikt, nagelaten heeft de beslissing van de beroepsinstantie binnen de daarvoor vastgelegde termijn uit te voeren.
De federale Beroepscommissie kan hiertoe de door de aanvrager gevraagde milieu-informatie opvragen bij de betrokken milieu-instantie– voorzover zij deze nog niet in zijn bezit zou hebben om een gemotiveerde beslissing te nemen – en deze zelf aan de aanvrager bezorgen. Ook wanneer inzagerecht wordt gevraagd en verleend, beschikt zij over gelijkaardige bevoegdheden.
Na het administratief beroep
De beslissing van de Commissie kan het voorwerp uitmaken van van een beroep bij de Raad van State, onder de voorwaarden en op de wijze beschreven op de website van de Raad van State.