Wat is het Rijksregister van de natuurlijke personen?
Volgens artikel 1 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, is dit een "systeem van informatieverwerking dat, overeenkomstig de bepalingen van deze wet instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen".
Het Rijksregister van de natuurlijke personen is geen Big Brother die het mogelijk maakt om ons van op afstand te controleren voor vage of obscure doeleinden, maar een databank die bepaalde wettelijke informatie bevat, die door de wet beperkt wordt. Deze databank maakt het mogelijk om de natuurlijke personen die erin vermeld staan, te identificeren. Het Rijksregister van de natuurlijke personen is dus de originele of “authentieke” bron voor al deze informatie en speelt een heel belangrijke rol als het gaat om iemand identiteit te kunnen vaststellen, met name in geval van identiteitsfraude. Het maakt het eveneens mogelijk om de verschillende administratieve bestanden die worden bijgehouden door de verschillende diensten, snel en efficiënt bij te werken.
De werking en het beheer van dit bestand, alsook de toegang tot de informatie erin en de mededeling van deze informatie, worden bovendien streng gereglementeerd door wettelijke en reglementaire normen. De bedoeling hiervan is om de veiligheid zo goed mogelijk te verzekeren en de informatie over de natuurlijke personen vertrouwelijk te houden.
Om beter te kunnen betgrijpen wat het Rijksregister van de natuurlijke personen is, kan het nuttig zijn om eerste de omstandigheden te beschrijven waarin dit centrale bestand gecreëerd werd (zie vraag : “Sinds wanneer bestaat het Rijksregister van de natuurlijke personen? (historiek)”).
Het kan bovendien interessant zijn om de verschillende wettelijke gronden te kennen die de werking ervan regelen (zie vraag : “Welke zijn de wettelijke gronden die het Rijksregister van de natuurlijke personen regelen?”).
Tot slot kan het eveneens nuttig zijn om het Rijksregister van de natuurlijke personen te kunnen onderscheiden van andere databanken.
Sinds wanneer bestaat het Rijksregister van de natuurlijke personen? (historiek)
Het Rijksregister is in feite het eindresultaat van de administratieve praktijk die ontstaan is met de gemeentelijke bevolkingsregisters.
Deze bevolkingsregisters werden opgericht in de 19e eeuw, meerbepaald na de eerste volkstelling van het Rijk in 1846. De bevolkingsregisters, die officieel ingevoerd werden bij de wet van 2 juni 1856, waren dan al een systeem om de bevolking te registeren. Op deze manier konden de eerste wetenschappelijke registraties plaatsvinden, waardoor de bevolking precies geteld kon worden en bevolkingsstromingen vastgesteld konden worden.
Concreet werden in elke gemeente registers bijgehouden waarin de voornaamste identificatiegegevens opgetekend werden van de mensen die op het grondgebied van de gemeente woonden. Deze registers werden rechtgezet en aangevuld in functie van de resultaten van de algemene volkstelling, die elke tien jaar plaatsvond. Elke verandering van verblijfplaats van de ene gemeente naar de andere werd erin opgetekend.
Zo is het interessant om vast te stellen dat vanaf de invoering van de bevolkingsregisters, het feit of men zijn hoofdverblijf had op het grondgebied van de gemeente, het inschrijvingscriterium was. De wetgeving van nu over de bevolkingsregisters en het Rijksregister van de natuurlijke personen baseren zich nog steeds op het begrip hoofdverblijfplaats. Deze hoofdverblijfplaats is “de plaats waar de leden van een huishouden dat uit verscheidene personen is samengesteld gewoonlijk leven, ongeacht of die personen al dan niet door verwantschap verbonden zijn, of de plaats waar een alleenstaande gewoonlijk leeft” (zie artikel 3 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten).
De bevolkingsregisters waren dus de plaats waar de gegevens over de identificatie en de lokalisatie van de burgers werden bewaard en bijgewerkt. Doorheen de tijd werd andere informatie opgetekend in de bevolkingsregisters en zijn deze de basis geworden van de administratieve actie van de gemeenten op verschillende domeinen. Zo worden ze bijvoorbeeld gebruikt om de kiezerslijsten op te stellen, sociale hulp te organiseren en lokale belastingen te innen. Beetje bij beetje zijn andere machtsniveaus eveneens gebruik beginnen te maken van de bevolkingsregisters om hun eigen opdrachten eenvoudiger te maken.
Aan het einde van de jaren ’60 werden de bevolkingsregisters steeds systematischer en werden sommige bevolkingsregisters beetje bij beetje digitaal gemaakt. De gemeentebesturen maakten hun updates zo nauwkeuriger en rationeler, maar elk van hun kant en op hun manier.
De administratieve bestanden werden dus stilaan, maar los van elkaar, digitaal gemaakt en de bijwerking van deze al dan niet digitale bestanden moest gestroomlijnd worden. Daarom werd in 1968 op federaal niveau bij beslissing van de Ministerraad van toen beslist om een centraal systeem op te richten.
Zo werd een « Rijksregister van de natuurlijke personen » opgericht binnen het departement Openbaar Ambt, meer in het bijzonder bij de Algemene Directie van de Algemene Administratie. Dit Rijksregister bevatte enerzijds op nationaal vlak de informatie over identificatie en de lokalisatie van de personen die ingeschreven waren in de door de gemeenten bijgehouden bevolkingsregisters, maar anderzijds eveneens de informatie van de consulaire registers over Belgen die bij een Belgisch consulaat of ambassade in het buitenland waren ingeschreven.
Het Rijksregister van de natuurlijke personen werd dus opgericht dankzij de medewerking van verschillende gemeenten die wilden meewerken aan deze belangrijke administratieve vereenvoudiging, welke vereenvoudiging toen nog niet het belangrijkste leitmotiv was geworden van de administratie, zoals het laatste decennium het geval is. Het Rijksregister van de natuurlijke personen vereenvoudigde immers de administratieve lasten van de gemeenten, maar hielp hun eveneens bij met computerwerken zoals statistieken.
Op het moment dat het Rijksregister van de natuurlijke personen werd opgericht, beschikten de gemeenten nog niet allemaal over een informatica-uitrusting om de informatie rechtstreeks in te voeren in het bestand van het Rijksregister van de natuurlijke personen. De informatie werd toen met de hand gecodeerd door de gemeentebeambten op specifieke formulieren. Deze formulieren werden vervolgens doorgestuurd naar de regionale afvaardigingen van het Rijksregister van de natuurlijke personen in elke provincie, die zich bezighielden met de digitale registratie van deze gegevens in het centrale bestand. In de loop van de jaren ’80 zijn de gemeenten meer en meer uitgerust met computers en konden ze zo rechtstreeks verbonden worden met de centrale database.
Gedurende een vijftiental jaren werkte het Rijksregister van de natuurlijke personen met de gemeenten op conventionele basis.
Er werden werkgroepen georganiseerd met de eerste gemeenten die zich aansloten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, om vast te leggen welke gegevens doorgestuurd moesten worden naar het Rijksregister om de toegang ertoe te vergemakkelijken, terwijl de privacy beschermd bleef. De bedoeling was immers niet om de gemeentelijke informatie eenvoudig te “kopiëren-plakken” in het Rijksregister van de natuurlijke personen. De invoering van deze lijst met gegevens werd gebaseerd op de ervaring van de gemeentelijke bevolkingsdiensten inzake identificatie en lokalisatie. Momenteel regelen trouwens twee verschillende wetten enerzijds het houden van de bevolkingsregisters (de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, die de oude wet van 2 juni 1956 betreffende de bevolkingsregisters heeft opgeheven) en anderzijds het Rijksregister van de natuurlijke personen (de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).
Het is immers pas in 1983 dat de wetgever tussenkomt en het Rijksregister van de natuurlijke personen regelt.
In die periode werden enkel de basisgegevens die de meeste administratieve gemeentebestanden gemeenschappelijk hadden, geregistreerd. Het ging om de naam en voornamen, de geboorteplaats en –datum, het geslacht, de nationaliteit en het adres.
Er werd eveneens andere informatie geregistreerd die bijvoorbeeld altijd onmiddellijk moest – en nog steeds moet – meegedeeld worden aan bepaalde administratieve diensten om betaling van onverschuldigde bedragen en kosten voor terugwinning te vermijden. Het gaat om de informatie over de plaats en datum van overlijden, over de burgerlijke staat en de gezinssamenstelling.
Ondertussen beheert het departement Binnenlandse Zaken het Rijksregister van de natuurlijke personen.
In 1994 werd het wachtregister opgericht. Dit register werd in elke gemeente aangemaakt en gecentraliseerd op het niveau van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Zo konden de gegevens over vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend, geregistreerd worden. Ter gelegenheid van de oprichting van dit wachtregister werden twee nieuwe informatiegegevens geregistreerd in het Rijksregister van de natuurlijke personen, namelijk de vermelding van het register waarin een persoon ingeschreven is (bevolkingsregisters, consulaire registers of wachtregister), alsook de administratieve situatie van de personen die ingeschreven zijn in het wachtregister.
Tot slot werden recenter nog drie andere informatiegegevens aangemaakt binnen het Rijksregister om de technologische en sociologische evolutie te volgen. Het gaat om de informatie over het bestaan van het identiteits- en handtekeningcertificaat, over wettelijke samenwoning en over de verblijfssituatie van vreemdelingen. De twee eerste informatiegegevens werden ingevoerd bij de wet van 25 maart 2003 (die de elektronische identiteitskaart creëerde) en het derde informatiegegeven bij artikel 166 van de programmawet van 27 december 2006 (zie volgende vraag : “Welke zijn de wettelijke gronden die het Rijksregister van de natuurlijke personen regelen?”).
Wie beheert het Rijksregister van de natuurlijke personen?
De autoriteit die het Rijksregister van de natuurlijke personen beheert, is momenteel de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken (afgekort « ADIB ») van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Het is eveneens deze directie die belast is met het beheer van de centrale bestanden waarin de gegevens over de identiteitskaarten opgenomen zijn, met name het Register van de identiteitskaarten en het Register van de vreemdelingenkaarten.
Met deze doelstellingen werd, bij artikel 92 van de programmawet van 9 juli 2004, een Staatdienst met afzonderlijk beheer opgericht belast met het beheer van de identiteitskaarten, alsook van het Rijksregister. Dit beheercomité stelt de jaarbegroting op en keurt het jaarlijkse investeringsplan goed.
De Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken, waarvan de diensten van het Rijksregister van de natuurlijke personen deel uitmaken, bevindt zich op volgend adres:
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken
Park Atrium
Koloniënstraat 11
1000 Brussel.
Het organogram van deze algemeen directie is beschikbaar op volgend adres :
x
De Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken groepeert verschillende diensten, waaronder deze van het Rijksregister van de natuurlijke personen.
De Dienst Rijksregister is zelf tweeledig en bestaat uit de dienst Applicaties, die zich voornamelijk bezig houdt met de programmering en de aanmaak van de toegangen, en de dienst Exploitatie, die zich voornamelijk bezighoudt met het onderhoud van het systeem.
Binnen deze Algemene Directie is een andere dienst eveneens belast met de betrekkingen met het publiek, of het nu gaat om burgers die vragen stellen of organismen die toegang wensen te krijgen tot de gegevens in het Rijksregister van de natuurlijke personen of er mededeling van wensen te krijgen, of nog een machtiging die ze verkregen hebben, willen alten gelden.
Deze dienst heet de dienst Klantenbeheer en is bereikbaar via het volgende e-mailadres: helpdesk.belpic@rrn.fgov.be
De gegevens in het Rijksregister van de natuurlijke personen kunnen 24 uur op 24, 7 dagen op 7 geraadpleegd worden.
Voor updates is het Rijksregister van de natuurlijke personen bereikbaar van 7.30 tot 20.30 uur van maandag tot vrijdag en van 9 tot 13 uur op zaterdag.
Waar kan ik documentatie vinden over het Rijksregister van de natuurlijke personen ?
Alle informatie over het Rijksregister van de natuurlijke personen is natuurlijk beschikbaar op deze website :
https://www.ibz.rrn.fgov.be/nl/rijksregister/toegang-tot-het-rijksregister/
Het is eveneens interessant om de verschillende omzendbrieven die verspreid werden (en die beschikbaar zijn op voornoemde website) te vermelden om de aandacht van de gebruikers en de gemeenten te vestigen op verschillende aspecten betreffende de toepassing vna de wetgeving over het Rijksregister van de natuurlijke personen :
https://www.ibz.rrn.fgov.be/nl/rijksregister/reglementering/omzendbrieven/
Bovendien kunnen volgende websites ook zeer interessant zijn :
Wetgeving:
- Geconsolideerde wetgeving
- Belgisch Staatsblad
- Raad van State
- Databank van de Raad van State
- Kruispuntbank van de wetgeving
Belgische instellingen:
- Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
- Kamer van Volksvertegenwoordigers
- Senaat
- Grondwettelijk Hof (voormalig Arbitragehof)
Interessante websites:
Van waar komen de informatiegegevens die opgenomen zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen ?
Het Rijksregister van de natuurlijke personen is een systeem waarin informatie wordt opgenomen. Deze informatie wordt "verzameld" bij verschillende bronnen:
- De bevolkingsregisters en de vreemdelingenregisters die gehouden en bijgewerkt worden door de gemeentebesturen ; deze registers vormen de voornaamste bron van het Rijksregister van de natuurlijke personen;
- De registers die gehouden worden bij de Belgische diplomatieke en consulaire posten in het buitenland. In deze registers zijn de gegevens opgenomen van de Belgische onderdanen die niet opgenomen zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente aangezien ze in het buitenland verblijven en die beslist hebben om zich als dusdanig in te schrijven bij een diplomatieke of consulaire post;
- De wachtregisters betreffende de asielzoekers, waarvoor de Dienst Vreemdelingenzaken een algemene bevoegdheid heeft betreffende de bijwerking van de informatiegegevens. Hierover dient vermeld te worden dat behalve door de Dienst Vreemdelingenzaken, bepaalde informatie meegedeeld wordt door andere instanties die tussenkomen in de onthaalprocedure van asielzoekers: het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatloten, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (afgekort FEDASIL), de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, de Raad van State alsook de directeurs van de onthaalcentra voor vluchtelingen.
In toepassing van artikel 4 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, delen overheden die belast zijn met het houden van deze verschillende registers, de wettelijke informatiegegevens ambtshalve mee aan het Rijksregister. Het gaat om de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, van deze wet.
Dezelfde overheden zijn verantwoordelijk voor de conformiteit van de doorgegeven informatiegegevens met de aktes en documenten die ze in hun bezit hebben.
Wat is het verschil tussen het Rijksregister van de natuurlijke personen en de bevolkingsregisters ?
In de eerste plaats moet een terminologische verduidelijking gebeuren, aangezien met « bevolkingsregisters » de bevolkingsregisters alsook het vreemdelingenregister bedoeld worden. In deze registers zijn niet enkel de Belgen ingeschreven, maar eveneens de vreemdelingen die de toelating of machtiging hebben om meer dan drie maanden te verblijven op het grondgebied van het Rijk, alsook deze die de machtiging hebben om zich er te vestigen.
De voornaamste bron van het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn de bevolkingsregisters. Het Rijksregister van de natuurlijke personen werd immers gemaakt om een gecentraliseerd systeem te verkrijgen dat automatisch de identificatie- en lokalisatiegegevens opneemt die op niveau van de gegevens worden geregistreerd.
Aangezien het Rijksregister van de natuurlijke personen de wettelijke informatie rechtstreeks ontvangt van de bevolkingsregister, mogen er in principe geen verschillen bestaan tussen de informatie in het Rijksregister en die in de bevolkingsregisters. Als dit echter wel het geval is, bestaat een procedure van rechtzetting van gegevens (zie vraag "Wat moet ik doen als mijn gegevens in het Rijksregister fout of onvolledig zijn?")
Hoewel het Rijksregister en de bevolkingregisters zeer dicht bij elkaar staan en nauw verbonden zijn, zijn er verschillen :
- In de wetgeving : hoewel het Rijksregister van de natuurlijke personen geregeld wordt door de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, worden de bevolkingsregisters geregeld door de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, alsook door de vier koninklijke besluiten van uitvoering van 16 juli 1992;
- In het toepassingsgebied : dit is gemeentelijk voor de bevolkingsregisters en nationaal voor het Rijksregister van de natuurlijke personen. Men zou zelfs kunnen zeggen dat, omdat het Rijksregister van de natuurlijke personen eveneens gegevens opneemt van de consulaire registers, het toepassingsgebied ervan de grenzen van het Rijk overschrijdt;
- In de informatie die erin wordt opgenomen : het Rijksregister van de natuurlijke personen bewaart momenteel enkel de veertien wettelijke informatiegegevens, terwijl de bevolkingsregisters veel meer informatie bevatten – hierover wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister;
- In de toegankelijkheid van de gegevens : er bestaan verschillende procedures voor de toegang tot ofwel de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen ofwel deze van de bevolkingsregisters. Deze procedures verschillen met name in de bevoegde overheid, de wijze van indiening van de aanvraag, de instanties of personen die een dergelijke aanvraag kunnen invoeren en de doeleinden waarvoor de aanvraag aanvaard kan worden; ...
Momenteel zijn de informatiegegevens die voor elke natuurlijke personen bijgehouden worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen er minder dan deze in de bevolkingsregisters die gehouden worden door de gemeenten. Het dient echter opgemerkt te worden dat sinds de aanmaak ervan, het Rijksregister van de natuurlijke personen beetje bij beetje verrijkt werd met nieuwe wettelijke informatiegegevens, die in het begin "alleen" informatiegegevens op gemeentelijk niveau waren.
Zo hebben in het verleden bijvoorbeeld parlementsleden voorgesteld om wettelijke informatiegegevens in het Rijksregister te maken van de informatie betreffende de afstamming of de juridische capaciteit, welke gegevens momenteel gegevens op niveau van de bevolkingsregisters zijn. Het doel hiervan was om de toegang tot deze gegevens door de bevoegde overheden die gemachtigd zijn om ze te raadplegen, te vergemakkelijken.
Tot op heden zijn deze wetsvoorstellen nog niet afgerond.
Bovendien kunnen de gemeente, in toepassing van artikel 3, derde lid van dezelfde wet van 8 augustus 1983, de gemeenten eveneens vragen dat de diensten van het Rijksregister van de natuurlijke personen andere informatie opnemen dan de wettelijke informatiegegevens.
In de praktijk passen de meeste gemeenten zo dit artikel 3, derde lid, toe en worden de meeste gegevens die op gemeentelijk niveau opgenomen worden dit ook op gecentraliseerd niveau door de diensten van het Rijksregister. Wat dit betreft is het belangrijk om te wijzen op het feit dat de zogeheten "bevolkingsgegevens" in de praktijk opgenomen worden door de "diensten van het Rijksregister" en niet door de diensten van het "Rijksregister van de natuurlijke personen". Deze opneming gebeurt immers op vraag en voor rekening van de gemeenten, maar de gegevens in kwestie verliezen op geen enkele manier hun aard van "bevolkingsgegevens": enkel de wetgeving en de reglementering betreffende de bevolkingsregisters zijn van toepassing.
Wat is het verschil tussen het Rijksregister van de natuurlijke personen en de registers van de burgerlijke stand?
Deze vraag zou anders gesteld moeten worden, namelijk « Wat is het verschil tussen de bevolkingsregisters en de registers van de burgerlijke stand? »
Naar het voorbeeld van de bevolkingsregisters, worden de registers van de burgerlijke stand immers op gemeentelijk niveau gehouden. Artikel 164 van de Grondwet bepaalt het volgende: "Het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid".
Momenteel bestaat echter (nog) geen gecentraliseerd register van de burgerlijke stand. Wegens het gebrek aan parallellisme is het dus moeilijk om een vergelijking te maken tussen de registers van de burgerlijke stand en het Rijksregister van de natuurlijke personen.
In elke gemeente wordt dus een register van de burgerlijke stand gehouden, waarin de akten van de burgerlijke stand worden bewaard, d.w.z. alle officiële akten die in zekere zin een leven samenvatten: geboorte, huwelijk, erkenning van afstamming en overlijden.
Op basis van deze akten van burgerlijke stand worden bepaalde informatiegegevens van de bevolkingsregisters ingevoerd. Het gaat met name om de gegevens betreffende de naam en voornamen, het geslacht, de afstamming (die, ter herinnering, nog geen wettelijk gegeven is dat opgenomen wordt in het Rijksregister van de natuurlijke personen), het huwelijk, het overlijden.
Maar buiten deze gelijkenissen zijn deze twee soorten van registers relatief verschillend, alleen al wat de overheden betreft die bevoegd zijn voor de toepassing van de wetgeving ter zake: de Minister van Justitie alsook de Procureur des Konings en de Rechtbank van Eerste Aanleg voor de registers van de burgerlijke stand en de Minister van Binnenlandse Zaken voor de bevolkingsregisters.
Ten slotte dient, vanuit praktisch oogpunt, vastgesteld te worden dat er een vrij uitgesproken verschil bestaat tussen deze twee soorten van registers wat de digitalisering ervan betreft. Hoewel de bevolkingsregisters "geneigd" zijn naar een steeds grotere digitalisering, blijven de ambtenaren van de burgerlijke stand vasthouden aan geschriften, zelfs als vastgesteld kan worden dat meer en meer gemeentekiezen voor geïntegreerde systemen, die informaticasystemen van verschillende gemeentediensten onderling verbinden en de automatisch en systematische uitwisseling van informatie vergemakkelijken.
Tot slot schuilt het voornaamste verschil tussen deze twee soorten van registers in de doelstellingen die de registers van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters nastreven.
De registers van de burgerlijke stand hebben als doel de verschillende akten die ze bevatten, openbaar te maken. Wat dit betreft wordt verwezen naar het Burgerlijk Wetboek, artikel 45, waarin het principe van de openbaarheid van de akten van burgerlijke stand, ten minste wat de akten van meer dan 100 jaar betreft en waarin geen melding wordt gemaakt van de afstamming van de personen op wie de akten betrekking hebben. De Rechtbank van Eerste Aanleg kan echter, op eenvoudige vraag en voor zover men doet blijken van een familiaal, wetenschappelijk of een ander wettig belang, toestemming verlenen om bepaalde opzoekingen te laten verrichten of een eensluidend afschrift of een uittreksel te laten afgeven over de afstamming van de personen op wie de akte betrekking heeft.
De toegang tot de bevolkingsregisters is daarentegen beperkter en enkel toegestaan indien aan welbepaalde voorwaarden die door de reglementering bepaald worden, voldaan wordt, met het oog op de bescherming van de privacy van de personen die erin zijn ingeschreven.
Zo is de raadpleging van de registers, krachtens het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister, verboden aan private personen. De raadpleging is enkel toegestaan aan gemeentediensten voor doeleinden van intern beheer. Wat de raadpleging door andere overheden of openbare organismen betreft, wordt deze slechts toegestaan door of krachtens de wet. Bovendien gebeurt de mededeling aan derden van informatie inde bevolkingsregisters onder de vorm van uittreksels of certificaten. De schriftelijke en ondertekende aanvraag moet de wettelijke of reglementaire bepaling vermelden die de mededeling van deze informatie bepaalt of toestaat.
Dit verschil betreffende de openbaarheid en de toegankelijkheid van de informatie in deze twee soorten van registers blijkt vrij duidelijk in het kader van de aanvragen tot toegang die ingediend worden door genealogen.
Een genealoog die specifiek afgevaardigd is door een notaris voor opzoekingen inzake erfrecht (opzoeking van erfgenamen, vaststelling van de hoedanigheid van erfgenaam) geeft blijk van een voldoende legitiem belang gezien de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de erfenissen (zie artikelen 718 en volgende van het Burgerlijk Wetboek) om een uittreksel te verkrijgen uit de registers of een certificaat dat opgesteld werd naar de bevolkingsregisters betreffende een welbepaalde inwoner van de gemeente (toepassing van de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992).
Een genealoog mag daarentegen niet materieel het papieren of gedigitaliseerde bestand met alle gegevens uit de bevolkingsregisters raadplegen om zijn onderzoek te verrichten. Het is hem evenzeer verboden om de bevolkingsregisters te raadplegen, zelf meer dan 100 jaar na het overlijden van de betrokken persoon. De reden daarvoor is dat de bevolkingsregisters eveneens gegevens bevatten over de echtgenoot, de kinderen en de kleinkinderen en andere personen die het gezin vormen. Zelfs na het overlijden van een persoon kan het bevolkingsdossier van deze persoon dus nog informatie bevatten over andere nog levende personen en bestaat een risico dat de raadpleging van het bevolkingsdossier, zelfs 100 jaar na het overlijden van een persoon, een inbreuk op de privacy van een persoon inhoudt.
De akten van burgerlijke stand van meer dan 100 jaar zijn echter wel raadpleegbaar in de Rijksarchieven.
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt echter dat niemand een eensluitend afschrift kan krijgen van een akte van burgerlijke stand van minder van 100 jaar als men niet doet blijken van een familiaal, wetenschappelijk of een ander wettig belang. In dit geval is het aan de Rechtbank van Eerste Aanleg om de afgifte van kopieën of uittreksels van de registers van de burgerlijke stand goed te keuren. Het begrip "een familiaal, wetenschappelijk of een ander wettig belang" blijft echter vrij groot in verhouding tot de noodzaak om de wettelijke of reglementaire basis voor te leggen die de aanvraag tot toegang tot de bevolkingsregisters rechtvaardigt.
Bovendien moet eveneens opgemerkt worden dat, volgens de huidige wetgeving, de genealogen geen toegang hebben tot de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Wat is het verschil tussen het Rijksregister van de natuurlijke personen en het wachtregister?
- Het wachtregister werd opgericht door de wet van 24 mei 1994 tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend.
- In elke gemeente wordt dus een wachtregister gehouden waarin de vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend, worden ingeschreven. Dit register wordt gecentraliseerd door het Rijksregister van de natuurlijke personen, wat het voor elke gemeente mogelijk maakt om toegang te krijgen tot de informatie over alle kandidaat-vluchtelingen.
- Bij een koninklijk besluit van 3 februari 1995 bewaart dit wachtregister eveneens de gegevens over de familieleden van de asielzoekers.
- Behalve de informatie die reeds voorzien werd in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, neemt het wachtregister eveneens de gegevens op over de bijzondere administratieve situatie die te maken heeft met het asielzoeker-zijn (proces van onderzoek van de erkenning van het statuut van vluchteling, de verschillende administratieve beslissingen die genomen worden ten opzichte van de betrokken persoon…). Deze bijzondere gegevens die te maken hebben met de administratieve situatie worden bepaald in het koninklijk besluit van 1 februari 1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens en tot aanwijzing van de overheden die bevoegd zijn om die gegevens in het wachtregister in te voeren.
- Deze twee nieuwe informatiegegevens werden zo toegevoegd in het Rijksregister van de natuurlijke personen ter gelegenheid van de aanmaak van het wachtregister, om deze bijzondere gegevens te kunnen opnemen. Het gaat enerzijds om de vermelding van het register waarin een persoon ingeschreven is (het gaat om het 10e wettelijke informatiegegeven), wat overeenkomt met de werkelijkheid van het statuut van inschrijving, en, anderzijds om de informatie betreffende de administratieve situatie van de asielzoekers (het gaat om het 11e wettelijke informatiegegeven).
- De Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen, of zijn afgevaardigde, in de praktijk de Dienst Vreemdelingenzaken, dient de inschrijving in het wachtregister te verrichten, en dit vanaf de aankomst van deze personen in België of zodra hun aanwezigheid op het grondgebied werd vastgesteld. De asielzoekers blijven er ingeschreven totdat zij het statuut van vluchteling krijgen, in welk geval ze ingeschreven worden in het vreemdelingenregister (bevolkingsregisters) of totdat ze het grondgebied verlaten hebben.
- De gegevens die voortkomen uit het wachtregister maken integraal deel uit van het Rijksregister van de natuurlijke personen, net zoals de gegevens uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingregister.
- Gelet op de bijzondere gevoelige aard van deze gegevens, heeft de wet van 24 mei 1994 in een eerder beperkend systeem voorzien om toegang te krijgen tot deze informatie, aangezien enkel de overheden die op één of andere manier moeten tussenkomen in de procedure van toekenning of weigering van het statuut van vluchteling of die sociale hulp toekennen aan of controle uitoefenen over asielzoekers, en die bij name aangehaald worden in de wet van 8 augustus 1983, toegang kunnen krijgen tot de gegevens over de personen die ingeschreven zijn in het wachtregister.
- Zo werd het wachtregister door de administratieve praktijk lange tijd beschouwd als een apart bestand binnen het Rijksregister van de natuurlijke personen waarvoor uitdrukkelijke toestemming door de wet nodig was om toegang te krijgen tot de gegevens ervan.
- In 2004 heeft de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn mening echter herzien in zijn advies nr. 16/2004 van 25 november 2004 en maakte deze een onderscheid tussen de zogenaamd "signalitieke" informatiegegevens, d.w.z. gemeenschappelijk voor alle personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen (naam, voornamen, geboortedatum…) en deze die meer specifiek gingen over het feit dat men ingeschreven was in het wachtregister.
- Sinds deze wending in de rechtspraak van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal elke instantie die gemachtigd is om toegang te krijgen tot alle/enkele informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen zonder onderscheid toegang kunnen krijgen tot de gegevens over de Belgen en vreemdelingen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters alsook tot deze over de personen die ingeschreven zijn in het wachtregister.
- Voor meer informatie over de zogenaamde "signalitieke" gegevens, wordt verwezen naar vraag nr. 1 van het tweede deel: ">Wat zijn "signalitieke gegevens"?".
- Het Rijksregister kent de toegangsmachtigingen toe tot de specifieke gegevens die te maken hebben met de inschrijving in het wachtregister.
Wat is de rol van het Rijksregister van de natuurlijke personen?
Volgens artikel 1, § 1er, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, is dit een systeem van informatieverwerking dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
In dat opzicht, is het Rijksregister van de natuurlijke personen de authentieke bron voor alle identificatiegegevens betreffende de natuurlijke personen. Het is in zeker zin de drager van de elektronische communicatie wat de identificatiegegevens van de natuurlijke personen betreft.
De 2e paragraaf van dit artikel 1 bepaalt de wettelijke opdrachten van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister stelt een nationaal bestand ter beschikking van de overheden, de instellingen en de personen door:
- de uitwisseling van informatiegegevens tussen administraties te vergemakkelijken;
- de automatische bijwerkingen van de bestanden van de openbare sector wat betreft de algemene gegevens over de burgers mogelijk te maken;
- het gemeentelijk beheer over de bevolkingsregisters te rationaliseren;
- sommige administratieve formaliteiten die geëist worden van de burgers te vergemakkelijken.
In het kort is het Rijksregister van de natuurlijke personen de authentieke bron des identificatiegegevens van de natuurlijke personen, maar eveneens een krachtig middel voor de elektronische mededeling van deze gegevens, niet enkel ten dienste van de administratieve overheden maar eveneens van de burgers Het maakt het immers mogelijk ter vermijden dat verschillende keren op onsamenhangende wijze informatie wordt verzameld en updates worden uitgevoerd.
Wat is de rol van het Rijksregister van de natuurlijke personen vanuit het standpunt van de burger?
⇒ A l'instar des registres de la population, le Registre national des personnes physiques permet de pouvoir localiser précisément les citoyens: « Ou cette personne habite-t-elle ? Qui habite à cette adresse ?... », ce qui permet, en cas de besoin, d'assurer la protection de leur intégrité physique dans toute une série de circonstances (incendie, calamité naturelle, prévention des crimes et délits en général...).
⇒ Net als de bevolkingsregisters, maakt het Rijksregister van de natuurlijke personen het mogelijk om de burgers nauwkeurig te lokaliseren "Waar woont deze persoon?" "Wie woont op dit adres? ..." Zo kan, indien nodig, de bescherming van hun lichamelijke integriteit gewaarborgd worden in verschillende omstandigheden (brand, natuurramp, misdaadpreventie en criminaliteit in het algemeen ...).
Door de identiteit van de burgers te bewaren, draagt het Rijksregister van de natuurlijke personen, referentiebron voor identificatie, ook bij tot de preventie en de strijd tegen identiteitsfraude en identiteitsdiefstal en kunnen de burgers, die bijvoorbeeld slachtoffer worden van dergelijke fraude, hun identiteit vastleggen of herstellen.
⇒ Vervolgens is één van de opdrachten die expliciet is toegewezen aan het Rijksregister van de natuurlijke personen om bepaalde administratieve formaliteiten voor burgers te vereenvoudigen.
De burger wordt vaak gevraagd om allerlei uittreksels voor te leggen, betreffende de gezinssamenstelling, certificaten van woonplaats… waardoor hij verplicht wordt om naar zijn gemeentebestuur te gaan.
Om deze ongemakken te vermijden, heeft de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen het principe van de unieke gegevensinzameling ingevoerd.
Vanaf het moment dat een overheid gemachtigd is om toegang te hebben tot de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen, is deze immers niet meer gemachtigd om deze informatie rechtstreeks aan de burgers te vragen. Zo leidt de toegangsmachtiging tot het Rijksregister tot het verbod om rechtstreeks dezelfde gegevens aan de betrokken persoon te vragen.
De Federale Overheidsdienst Financiën, die gemachtigd is om toegang te krijgen tot de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen, mag u bijvoorbeeld niet meer vragen om een uittreksel of een certificaat voor te leggen over een of ander informatiegegeven dat opgenomen is in voornoemd register.
Zo mogen de overheden die toegang hebben tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen zich niet tot de burgers richten om hun gegevensbestanden te updaten.
⇒ Op dezelfde wijze bepaalt artikel 4 van voornoemde wet van 8 augustus 1983 dat de gegevens die in het Rijksregister worden opgenomen en bewaard gelden tot bewijs van het tegendeel. Deze informatie kan geldig worden gebruikt en vervangt de informatie in de registers: een elektronisch uittreksel van het Rijksregister van de natuurlijke personen via de toepassing « Mijndossier » (zie vraag :"Wat is "Mijndossier"?") heeft dus dezelfde waarde als een papieren uittreksel dat uitgereikt werd door de gemeentebesturen vanuit de bevolkingsregisters.
⇒ Bovendien, heeft iedere burger, dankzij zijn elektronische identiteitskaart, een veilige manier om zich te authenticeren en zijn handtekening te plaatsen in het kader van elektronische communicatie, zowel in de openbare als de privésfeer. Met behulp van zijn elektronische identiteitskaart, kan hij ook, via de toepassing "Mijndossier", toegang krijgen tot zijn gegevens die opgenomen werden in het Rijksregister van de natuurlijke personen, waardoor hij hun juistheid kan controleren en, indien nodig, hun rechtzetting vragen. Bovendien kan de burger, dankzij deze applicatie, de transacties raadplegen die uitgevoerd zijn in zijn dossier tijdens de afgelopen 6 maanden, alsook de auteur van deze transacties.
Een elektronisch dossier hebben bij het Rijksregister van natuurlijke personen heeft nog een voordeel, namelijk dat dit dossier automatisch de persoon zal volgen wanneer deze verandert van verblijfplaats. De nieuwe gemeente van verblijfplaats, of de diplomatieke post, als het gaat om een Belg die zich in het buitenland gaat vestigen en zich laat inschrijven bij de diplomatieke of consulaire post, neemt simpelweg het beheer van het dossier van de betrokken persoon over.
Bij een verhuis dient dus de adreswijziging doorgegeven te worden aan het gemeentebestuur, ofwel van de gemeente waarin men al is ingeschreven, indien het gaat om een verhuis op het grondgebied dezelfde gemeente, ofwel bij de gemeente waar men van plan is zich te vestigen, als het om een andere gemeente gaat. Deze verklaring kan gebeuren door persoonlijk naar de gemeentelijke diensten te gaan, per post, per fax of e-mail.
Om deze administratieve stap gemakkelijker te maken, hebben de diensten van het Rijksregister van natuurlijke personen hebben een speciale toepassing ontwikkeld die de burger helpt zijn toekomstige verhuis mee te delen aan de betrokken gemeentelijke overheden. Deze toepassing, genaamd "Declar" is beschikbaar via de toepassing "Mijndossier." Deze is momenteel echter nog in ontwerp en is operationeel in een aantal pilootgemeenten (u mag natuurlijk informatie inwinnen bij uw gemeente). Ze wordt wel verder ontwikkeld.
In dit verband moet worden opgemerkt dat sommige gemeenten ook hun eigen softwaretoepassing hebben ontwikkeld om de verklaring van adreswijziging mogelijk te maken. De toepassing "Mijndossier" vermeldt, in voorkomend geval, een link naar de toepassingen van deze gemeenten.
⇒ Laten we tot slot niet vergeten dat hoewel het Rijksregister van de natuurlijke personen effectief toegankelijk is voor bepaalde controle-instanties (politie, FOD Financiën controlediensten RVA, ...), het ook geraadpleegd wordt door andere instanties, zoals instanties die kinderbijslag, pensioenen en andere uitkeringen of diensten betalen. In het kader van de vervulling van al deze opdrachten, draagt het Rijksregister van de natuurlijke personen in ieder geval bij tot het algemeen belang, aangezien dit eigenlijk pas kan worden bereikt op basis van identificatie en een correcte lokalisatie van de burgers.
Wat is de rol van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de administratieve overheden?
Momenteel beschikken vele openbare instellingen reeds over een toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen met het oog op het vervullen van hun opdrachten: de meeste federale, regionale en communautaire overheidsdiensten, de provincies en gemeenten, vele intercommunale instellingen (verdeling van gas en elektriciteit, waterverdeling, afvalbeheer …), organismen van sociale zekerheid, de OCMW's, de notarissen, de advocaten, de gerechtsdeurwaarders ...
Een precieze identificatie van de natuurlijke personen is immers essentieel om het voor deze verschillende openbare overheden en organismes mogelijk te maken om efficiënt en coherent de competenties die aan hen werden toevertrouwd, te verzekeren.
Door de informatie-uitwisseling tussen de administraties te vergemakkelijken en, als authentieke bron, de automatische bijwerking van de gegevens van de verschillende bestanden van natuurlijke personen die door de verschillende openbare administraties worden bijgehouden, mogelijk te maken, vergemakkelijkt het Rijksregister van de natuurlijke personen de administratieve acties, en dit op alle machtsniveaus.
Zo zouden, zonder het Rijksregister van de natuurlijke personen, al deze instellingen met databases of bestanden die nodig zijn voor de goede uitoefening van hun taak, geen andere mogelijkheid hebben dan zich te wenden tot elke gemeente en zelfs, indien nodig, de diplomatieke of consulaire posten, om de informatie te krijgen die ze nodig hebben om deze databases of bestanden aan te leggen. Deze instellingen zouden onophoudelijk aan de burgers allerhande verklaringen en certificaten vragen.
Om over actuele gegevens te beschikken, zouden ze verplicht zijn zelf hun eigen databases of bestanden bij te werken, met als gevolg risico's op onveiligheid, onbetrouwbaarheid en onvolledigheid van de gegevens. Er zou immers geen mogelijkheid bestaan tot automatische bijwerking van gegevens vanaf een enkele bron.
Zonder het Rijksregister van de natuurlijke personen zou de werklast van de gemeenten ook sterk worden verhoogd, zelfs te veel zijn, wat onvermijdelijk zou leiden tot vertragingen in de verwerking van de aanvragen, vertraging die zou worden doorgegeven aan andere instellingen die bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de toekenning van pensioenen en andere voordelen ...
Het Rijksregister van de natuurlijke personen maakt het dus ook mogelijk om de administratieve lasten en de kosten van het verzamelen van identificatiegegevens en de bijwerking ervan aanzienlijk te verminderen.
Het Rijksregister van de natuurlijke personen is dan ook echt de ruggengraat van de communicatie van identificatiegegevens van de natuurlijke personen.
Het Rijksregister van de natuurlijke personen maakt het ook mogelijk om de kwaliteit van de gegevens beter te behouden. Doordat alle gegevens centraal opgeslagen worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen en dat dit laatste de authentieke bron van identificatiegegevens van de natuurlijke personen vormt, worden meervoudige en uiteenlopende registraties vermeden, alsook het risico op fouten en inconsistenties die noodzakelijkerwijs voortkomen uit het houden van diverse bestanden beheerd door verschillende instanties.
Ook moet worden opgemerkt dat het vooral op basis van deze gegevens die zijn opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen, is dat de jaarlijkse bevolkingscijfers worden gepubliceerd, evenals verschillende statistieken over de bevolking en de bewegingen ervan.
Tot slot is het Rijksregister van de natuurlijke personen in staat om, bij gemeenten of andere organisaties, informaticawerken te leveren, zoals bijvoorbeeld opgestelde statistieken (gezinssamenstelling, stratenlijsten...).
Wat betekent het dat het Rijksregister van de natuurlijke personen een “authentieke bron” is?
Om de privacy te beschermen, worden de werking en het beheer van het Rijksregister van de natuurlijke personen strikt geregeld door wettelijke en reglementaire normen met als doel de veiligheid en vertrouwelijkheid van de gegevens over de identificatie van de natuurlijke personen te verzekeren. Deze normen komen tussen op het moment van de inzameling en de opneming van de informatie maar regelen eveneens de toegang tot deze informatie alsook de mededeling en behandeling ervan.
Aangezien het zich kan beroepen op de nodige veiligheidsgaranties, is het Rijksregister van de natuurlijke personen de primaire (of referentie-) en betrouwbare bron wat de identificatiegegevens betreft. Dat betekent dat zij in de eerste plaats geraadpleegd moeten worden voor alles wat identificatie van natuurlijke personen betreft.
In het advies nr. 14/2005 van 28 september 2005, heeft de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer dit zo verwoord:
(…) Het Rijksregister is de primaire identificatiebron. Het bevat immers de gegevens van alle personen die in België zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters, vreemdelingenregisters, wachtregisters, diplomatieke en consulaire registers en op wie in beginsel de diverse bepalingen m.b.t. de sociale zekerheid van toepassing zijn. Het Rijksregister vormt een authentieke bron waarvan de fundamentele doelstelling identificatie is.
Het feit dat het Rijksregister van de natuurlijke personen de authentieke bron is inzake identificatie heeft implicaties op de kwaliteit van de gegevens die erin zijn opgenomen. Zo bekrachtigt artikel 4 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen de bewijskracht van de wettelijke informatie van het Rijksregister van de natuurlijke personen omdat deze gegevens voortaan geldig gebruikt kunnen worden ter vervanging van de informatie in de bevolkingsregisters.
Als authentieke bron is het Rijksregister van de natuurlijke personen eveneens een krachtig middel om identiteitsfraude te bestrijden. Dankzij de garanties die het biedt inzake de kwaliteit van de gegevens die erin zijn opgenomen, maakt dit register het immers mogelijk voor de burger om over een betrouwbare, unieke en door een autoriteit erkende identiteit te beschikken. De burger kan zo zijn identiteit "bewaren" waarop hij zich kan beroepen tegenover derden en overheden. Bovendien maakt het Rijksregister van de natuurlijke personen het eveneens mogelijk om eventuele pogingen tot fraude op te sporen.
Met het oog op de duidelijke verhoging van de criminaliteit die te maken heeft met misbruik van identiteit, zal het Rijksregister van de natuurlijke personen, als authentieke bron, in de volgende jaren een steeds belangrijkere rol spelen in de strijd tegen dit soort van criminaliteit.
Welke personen zijn opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen?
In het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven:
- alle Belgen die in België verblijven en alle vreemdelingen die in België verblijven en die de toelating of machtiging hebben om zich in het Rijk te vestigen of er te verblijven (verplichte inschrijving in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister),
- alle Belgen die in het buitenland verblijven en zich laten inschrijven in de consulaire registers die gehouden worden in de Belgische diplomatieke of consulaire posten in het buitenland (facultatieve inschrijving in de consulaire registers),
- alle vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend en die niet in een andere hoedanigheid in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven (verplichte inschrijving in het wachtregister).
Voor elke persoon die ingeschreven is in het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt een uniek elektronisch identificatiedossier aangemaakt, met name het identificatienummer. Het elektronische dossier wordt aangemaakt bij de geboorte of wanneer de persoon zich in België vestigt of beslist om zich bij een diplomatieke of consulaire post in te schrijven.
Vreemdelingen moeten natuurlijk voldoen aan de verblijfsvoorwaarden die bepaald worden door de wetgeving over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Er moet ook gewezen worden op twee bijzondere categorieën van personen:
- de Europese ambtenaren: de identiteit van de Europese ambtenaren die voor een langere of kortere periode op het grondgebied van het Rijk verblijven, evenals die van hun gezin, worden meegedeeld aan de gemeentelijke overheden van de verschillende Europese instellingen waartoe zij behoren. Deze Europese ambtenaren zijn strikt genomen niet ingeschreven in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, maar ze worden erin vermeld. Niets belet een EU-ambtenaar echter om zich bij zijn gemeentebestuur te laten inschrijven in het bevolkingsregister, waardoor de vermelding wordt verwijderd en vervangen door inschrijving in de bevolkingsregisters. Merk op dat personen die vermeld worden in de bevolkingsregisters, onder dezelfde voorwaarden als de personen die ingeschreven in dezelfde registers, van alle diensten genieten die worden aangeboden door de gemeente, zowel op bestuurlijk als op sociaal, cultureel, sport- en ander niveau. De vermelding maakt het echter mogelijk om te worden vrijgesteld van de formaliteiten met betrekking tot de inschrijving als een vreemdeling die worden bepaald door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
- de diplomaten en personen die onschendbaarheden genieten die analoog zijn met die van het diplomatieke korps, zijn vrijgesteld van inschrijving in het bevolkingsregister en staan daarom niet in het Rijksregister van de natuurlijke personen. Hetzelfde geldt voor militair personeel bij SHAPE en NAVO, dat niet moet worden ingeschreven in de bevolkingsregisters en daarom niet opgenomen is in het Rijksregister van de natuurlijke personen; deze uitzondering is echter niet van toepassing op hun familieleden of op burgerpersoneel.
Ik ben een Belg die in het buitenland verblijft?
Elke Belg die in het buitenland verblijft, heeft de mogelijkheid om zich in te schrijven bij een diplomatieke of consulaire post. Door deze inschrijving wordt de betrokken persoon automatisch eveneens opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Deze inschrijving zal het voor hem bijvoorbeeld mogelijk maken om deel te kunnen nemen aan de Belgische wetgevende verkiezingen.
In dit opzicht is het interessant om op te merken dat een Belg die nooit in België heeft gewoond en zich nooit heeft ingeschreven bij een Belgische diplomatieke of consulaire post, nooit opgenomen zal worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Ik ben een vreemde onderdaan die in België verblijft?
De inschrijving van vreemde onderdanen in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister en, bijgevolg, in het Rijksregister van de natuurlijke personen, is onderworpen aan de wetgeving betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Om ingeschreven te kunnen worden in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregisters, moet de vreemdeling immers toegestaan of gemachtigd zijn om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven, gemachtigd zijn om zich er te vestigen, of er ingeschreven zijn omwille van een andere reden in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Toeristen of studenten die verblijven op het grondgebied van het Rijk in het kader van bijvoorbeeld een Erasmusprogramma, zullen nooit ingeschreven worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Deze laatste kunnen echter altijd hun inschrijving vragen in de bevolkingsregisters van de gemeente waarin ze effectief verblijven.
Ik ben een onderdaan van de Europese Unie die in België verblijft?
De onderdanen van de Europese Economische Ruimte, d.w.z. de onderdanen van een van de 27 Lidstaten van de Europese Unie, worden beschouwd als onderdanen van de Europese Unie, alsook de onderdanen van Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, en Zwitserland.
Zodra een onderdaan van de Europese Unie zich aanbiedt bij het gemeentebestuur om zich te laten inschrijven in de bevolkingsregisters, meer in het bijzonder het vreemdelingenregister, zal deze tijdelijk ingeschreven worden in het wachtregister (met een bijzondere code om deze te onderscheiden van een asielzoeker) totdat een controle van woonplaats gebeurt. Als deze laatste positief is, wordt de betrokkene ingeschreven in het vreemdelingenregister. In geval van negatieve controle zal deze persoon ambtshalve afgevoerd worden van het wachtregister.
Hij zal dus voorkomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen vanaf zijn aangifte bij de gemeente.
Ik ben een Europees ambtenaar?
De ambtenaren en medewerkers van de instellingen van de Europese Unie, met name het Parlement, de Raad, de Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité, alsook hun familie, worden niet ingeschreven in de bevolkingsregisters, maar worden erin vermeld. Deze vermelding geldt als inschrijving in de bevolkingsregisters. Hun identiteit, alsook deze van hun familieleden, wordt doorgegeven aan de gemeentelijke overheden door de verschillende Europese instellingen waarvan ze afhangen.
Niets verhindert een Europees ambtenaar echter om naar zijn gemeente te gaan om zich te laten inschrijven in de bevolkingsregisters, waarbij de vermelding geschrapt wordt en vervangen door de inschrijving in de bevolkingsregisters.
De gegevens over deze personen worden eveneens opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen, maar een speciale code maakt het mogelijk om te weten dat het gaat om een vermelding in de bevolkingsregisters en niet om een inschrijving.
Personen die vermeld worden in de bevolkingsregisters genieten, onder dezelfde voorwaarden als de personen die ingeschreven in dezelfde registers, van alle diensten die worden aangeboden door de gemeente, zowel op bestuurlijk als op sociaal, cultureel, sport- en ander niveau. De vermelding maakt het echter mogelijk om te worden vrijgesteld van de formaliteiten met betrekking tot de inschrijving als een vreemdeling die worden bepaald door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Als een EU-ambtenaar in België na de beëindiging van zijn dienstverband met een instelling van de Europese Unie blijft verblijven, kan hij worden toegelaten of gemachtigd tot verblijf, in overeenstemming met de bovengenoemde wetgeving inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Kan men ervoor kiezen om niet opgenomen te worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen?
Nee.
De wetgeving met betrekking tot de bevolkingsregisters en het Rijksregister van de natuurlijke personen moet worden beschouwd als van openbare orde. Het is niet mogelijk om deze niet na te leven door bijvoorbeeld te weigeren om te worden ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente waar men woont en/of in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Wat als iemand spoorloos wil verdwijnen?
Het is moeilijk ons in te beelden dat iemand in de huidige samenleving buiten de samenleving zou leven of volledig onopgemerkt zou blijven. Dit zou betekenen dat men zich niet alleen aan alle verplichtingen voor burgers zou onttrekken, maar ook, en vooral, dat men niet meer in staat zou zijn om zijn rechten te doen gelden. Het zou ook betekenen dat men niet langer zou worden vermeld in openbare databases: die van Financiën, Dienst Inschrijving der Voertuigen, mutualiteiten, banken, ...
Dit zet ons onvermijdelijk aan om na te denken over de daklozen en thuislozen. Ongeacht of het nu op vlak is van sociale, economische, of kiesrechten, de huidige samenleving is zo georganiseerd dat het onmogelijk is om van de meest fundamentele rechten te genieten zonder zijn identiteit te bewijzen.
Daarom heeft de wetgeving inzake bevolking in een aantal mechanismen voorzien om het voor al deze kansarme mensen mogelijk te maken om zich te laten inschrijven op referentieadressen en dit om het voor deze mensen mogelijk te maken om van al hun rechten te genieten, met name van deze waardoor ze de nodige bestaansmiddelen verkrijgen.
Ook een andere groep van personen dient aangehaald te worden, die, op dit moment, niet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters en het Rijksregister van de natuurlijke personen, hoewel ze op het grondgebied van het Rijk verblijven. Dit zijn personen die zich in een onregelmatige verblijfssituatie in het Koninkrijk bevinden, d.w.z. illegalen, een begrip waaronder niet alleen de vreemde onderdanen vallen die op Belgisch grondgebied verblijven zonder stappen te ondernemen om een verblijfsvergunning voor het Belgische grondgebied aan te vragen, maar ook andere categorieën van mensen, bijvoorbeeld vreemdelingen die geen gevolg hebben gegeven aan een uitzettingsbevel en wiens aanwezigheid toch wordt vastgesteld na de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten, vreemde niet-begeleide minderjarigen ...
Is men er zeker van dat alle personen die opgenomen moeten worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen, dit ook effectief zijn?
In de mate van het mogelijke, ja.
Het Rijksregister van de natuurlijke personen heeft immers als doel om zo veel mogelijk gegevens over natuurlijke personen te verzamelen op zo’n uitgebreid en volledig mogelijke manier, maar eveneens op zo’n correct mogelijke manier.
Om deze doelstelling te bereiken, bestaan verschillende mechanismen die het mogelijk maken om de effectieve verblijfplaats van de burgers te controleren en het zo voor de gemachtigde overheden mogelijk temaken om de correcte naleving van de reglementering te controleren: « Wie woont waar? », Verblijft deze persoon daadwerkelijk op dit adres? », « Gaat het om een fictieve verblijfplaats om illegaal van verschillende voordelen te genieten? »…
Het gaat er eerst en vooral om om controles van de verblijfplaats te organiseren, in toepassing van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten. Deze controles worden met name uitgevoerd door de wijkagenten, maar eveneens, in geval van betwistingen of zelfs geschillen, door de bevolkingsinspecteurs die afhangen van de verschillende regionale afvaardigingen van het Rijksregister van de natuurlijke personen in elke provincie.
Er kunnen ook synchronisatieverrichtingen tussen verschillende bestanden georganiseerd worden.
Zo wordt de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen regelmatig vergeleken met deze in de Kruispuntbank, waardoor het mogelijk wordt om eventuele verschillen te vinden en grondige controles uit te voeren, alsook de rechtzettingen die hieruit volgen. Andere regelmatige synchronisatieverrichtingen met verschillende bestanden, zoals deze die bijgehouden worden door de Dienst Inschrijving der Voertuigen, de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid… worden eveneens voorzien in de nabije toekomst.
Welke informatiegegevens zijn opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen?
De informatiegegevens die opgenomen zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen worden opgesomd in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Het gaat om volgende informatiegegevens:
- de naam en voornamen,
- de geboorteplaats en –datum,
- het geslacht,
- de nationaliteit,
- de hoofdverblijfplaats,
- de plaats en datum van het overlijden, of, in het geval van een verklaring van afwezigheid, de datum van de overschrijving van de beslissing houdende verklaring van afwezigheid,
- het beroep,
- de burgerlijke staat,
- de samenstelling van het gezin,
- de vermelding van het register waarin de betrokken persoon is ingeschreven,
- de administratieve toestand van de in artikel 2, eerste lid, 3°, bedoelde personen, met name de asielzoekers,
- in voorkomend geval, het bestaan van het identiteits- en handtekeningscertificaat,
- de wettelijke samenwoning,
- de verblijfstoestand voor de vreemdelingen.
In werkelijkheid bevatten deze informatiegegevens meer informatie. Het eerste informatiegegeven "1° naam en voornamen" bestaat bijvoorbeeld niet alleen uit achternaam en voornaam, maar ook, in voorkomend geval, uit de adellijke titel en/of het pseudoniem, alsook de informatie over de mogelijke wijziging van de naam, achternaam of adellijke titel.
Deze verschillende "componenten" van een wettelijk informatiegegeven worden "informatietypes" of, in het kort, "IT" genoemd.
Deze verschillende "IT" die samenhangen met wettelijke informatie worden bepaald en opgesomd in het Koninklijk Besluit van 8 januari 2006 tot vaststelling van de soorten informatie in verband met de informatie, bedoeld in artikel 3,eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inmiddels ingevuld bij de koninklijke besluiten van 22 januari 2007 en 27 januari 2008. Voor meer informatie over de "IT" wordt verwezen naar vraag nr. 1 van het 2e deel : "Wat is een IT (informatietype)?".
Daarnaast slaat het Rijksregister van de natuurlijke personen alle wijzigingen op in de hierboven vermelde informatie. Het is immers een van de verplichtingen van het Rijksregister deze op te slaan. Merk op dat om deze veranderingen te kennen, men uitdrukkelijk gemachtigd moet worden (zie vraag nr. 4 van deel 2: "Waarin bestaan de wijzigingen die aangebracht worden aan de gegevens die zijn opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen ?").
De informatie wordt bewaard gedurende dertig jaar te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon.
Waar zoekt het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn informatie? Van waar komt deze informatie?
De informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen vinden hun bronnen in:
- De bevolkingsregisters en de vreemdelingenregisters die gehouden en bijgewerkt worden door de gemeentebesturen;
- De registers die gehouden worden bij de Belgische diplomatieke en consulaire posten in het buitenland. In deze registers zijn de gegevens opgenomen van de Belgische onderdanen die niet opgenomen zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente aangezien ze in het buitenland verblijven en die beslist hebben om zich als dusdanig in te schrijven bij een diplomatieke of consulaire post;
- De wachtregisters betreffende de asielzoekers, waarvoor de Dienst Vreemdelingenzaken een algemene bevoegdheid heeft betreffende de bijwerking van de informatiegegevens.
Wat is de waarde van de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen?
Aangezien het Rijksregister van de natuurlijke personen de authentieke bron is, moet dit geraadpleegd worden voor de identificatiegegevens.
In toepassing van artikel 4 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, gelden de informatiegegevens die in het Rijksregister worden opgenomen en bewaard tot bewijs van het tegendeel.
Deze informatiegegevens kunnen geldig gebruikt worden ter vervanging van de informatie in het bevolkingsregister : een elektronisch uittreksel uit het Rijksregister van de natuurlijke personen verkregen via de toepassing « Mijndossier » heeft dezelfde waarde als een papieren uittreksel dat uitgereikt werd door de gemeentelijke overheden vanuit de bevolkingsregisters.
Kan de informatie over mijn gezondheid op een dag ook opgenomen worden door het Rijksregister van de natuurlijke personen?
Artikel 22 van de Grondwet bepaalt het volgende: « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald ».
De keuze van de informatiegegevens die opgenomen worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen hangt bovendien af van de exclusieve bevoegdheid van de federale wetgever, d.w.z. onze politieke vertegenwoordigers die zetelen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat.
Medische gegevens zijn bijzonder gevoelige gegevens waarvan de verwerking strikt gereglementeerd is, met name door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
In principe belet echter niets de wetgever op een dag besluiten om dergelijke informatie te registreren.
In het verleden hebben sommige afgevaardigden en senatoren al voorgesteld geen medische gegevens op te nemen in het Rijksregister van de natuurlijke personen, maar de elektronische identiteitskaart te gebruiken als toegangssleutel tot een medische databank. Deze wetsvoorstellen voorzagen er met name in dat het aan de die burgers was te bepalen welke van hun eigen gegevens zij beschikbaar wensten te stellen in deze medische databank, bijvoorbeeld hun bloedgroep, allergieën, diabetes, bepaalde ziekten… Alleen medische diensten, zoals hulpdiensten, zouden toegang hebben tot deze database via de elektronische identiteitskaarten, die van de arts voor toegang tot de database, en die van de patiënt om zijn eventuele medische gegevens vast te leggen.
Deze wetsvoorstellen, bijvoorbeeld dit om de bloedgroep rechtstreeks op de identiteitskaart te vermelden, zijn echter nooit geslaagd, gezien het advies nr. 13/2005 dat op 7 september 2005 geformuleerd werd door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, die zeer kritisch stond tegenover deze wetsvoorstellen.
De wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer reglementeert de opneming en het gebruik van deze gevoelige gegevens immers veel strenger dan andere persoonsgegevens: het is dus in principe verboden om gegevens die als gevoelig beschouwd worden, met inbegrip van medische gegevens, te verzamelen, op te nemen of om de mededeling ervan te verzoeken. Dit verbod is onderworpen aan strafrechtelijke sancties.
Deze gevoelige gegevens mogen slechts in zeer specifieke gevallen worden verwerkt, na verkrijging van de schriftelijke toestemming van de betrokkene (behalve indien de verantwoordelijke voor de verwerking de werkgever van de betrokkene is of indien de betrokken persoon zich ten aanzien van de verantwoordelijke voor de verwerking in een afhankelijke positie bevindt, wat hem belet vrij zijn toestemming te verlenen).
Deze gegevens kunnen ook worden verwerkt in het kader van zorgverlening of indien dit op grond van de arbeidswetgeving of in het kader van een wetenschappelijke studie nodig blijkt te zijn.
Zo worden mutualiteiten bijvoorbeeld gemachtigd om medische gegevens over hun leden op te nemen, of toch als zij deze gegevens niet doorgeven zonder de toestemming van de betrokken personen.
Een ander voorbeeld: een universitaire onderzoeksgroep mag, na het verkrijgen van alle benodigde vergunningen, met name van het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid, medische gegevens verzamelen en opslaan in een studie naar de doeltreffendheid van bepaalde behandelingen om bijzondere ziekten te behandelen.
Maar hoe zit het met het Rijksregister van de natuurlijke personen? Op het eerste gezicht valt het niet onder de opdrachten die eraan worden toevertrouwd, om medische gegevens op te nemen. Dit zijn namelijk geen identificatiegegevens in de strikte zin van het woord, noch gegevens die de lokalisatie van burgers mogelijk maken.
Als de wetgever echter zou beslissen om dergelijke gegevens op te nemen, zouden deze toch van bijzondere bescherming genieten die wordt gegarandeerd door wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zowel in de toegang ertoe als de mededeling ervan.
Het gaat hier eigenlijk om een sociale kwestie waarin het parlementaire debat voluit haar rol moet spelen als bewaker van de democratie en de beschermer van de privacy.
Bestaat het risico dat mijn politieke of religieuze overtuigingen of mijn seksuele geaardheid op een dag eveneens opgenomen worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen?
In navolging van vorige vraag over medische gegevens, belet in principe niets de wetgever op een dag besluiten om in het Rijksregister van de natuurlijke personen gegevens over politieke, religieuze of filosofische overtuigingen of seksuele geaardheid te registreren.
Artikel 22 van de Grondwet bepaalt het volgende: "Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn gezinsleven", maar bepaalt nader "behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald".
De keuze van de informatiegegevens die opgenomen worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen hangt dus af van de exclusieve bevoegdheid van de federale wetgever, d.w.z. onze politieke vertegenwoordigers die zetelen in de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.
Er bestaat echter een hele reeks mechanismen om de privacy van de burgers te beschermen, waarvan de eerste en niet de minste de Grondwet is. Deze garandeert bijvoorbeeld zelf de vrijheid van godsdienst en bepaalt in artikel 11 het volgende: "Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet zonder discriminatie verzekerd worden. Te dien einde waarborgen de wet en het decreet inzonderheid de rechten en vrijheden van de ideologische en filosofische minderheden.".
Net als voor de medische gegevens, reglementeert de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zeer strikt de opneming en het gebruik van gevoelige gegevens.
Het is in principe verboden om gegevens die als gevoelig beschouwd worden, te verzamelen, op te nemen of om de mededeling ervan te verzoeken. Dit verbod is onderworpen aan strafrechtelijke sancties. Als gevoelige gegevens worden alle gegevens beschouwd die betrekking hebben op ras, politieke opvattingen, godsdienstige of filosofische overtuigingen, seksuele geaardheid, alsook, zoals we al hebben gezegd, gegevens over de gezondheid, maar ook over lidmaatschap van een vakbond of over administratieve of strafrechtelijke verdenkingen, vervolgingen of veroordelingen.
Deze gevoelige gegevens mogen enkel worden verwerkt in sommige zeer specifieke gevallen, met name na de schriftelijke toestemming van de betrokkene, met uitzondering van gerechtelijke gegevens.
Zoals voor medische gegevens, zal zelfs de toestemming van de persoon het verwerken van de gegevens niet toelaatbaar maken als de verantwoordelijke voor de verwerking de werkgever van de betrokkene is of indien de betrokken persoon zich ten aanzien van de verantwoordelijke voor de verwerking in een afhankelijke positie bevindt, wat hem belet vrij zijn toestemming te verlenen (behalve indien de betrokken persoon voordeel kan halen uit de bewerking van zijn gegevens).
Deze gevoelige gegevens mogen ook worden verwerkt als dit specifiek vereist is door de arbeidswetgeving.
Hetzelfde geldt voor de gegevens die vrijwillig openbaar werden gemaakt door de betrokkene. Het zou bijvoorbeeld moeilijk zijn voor een politicus om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in te roepen ten opzichte van zijn lidmaatschap van een bepaalde partij.
Bovendien mogen de gegevens over politieke voorkeur, vakbondslidmaatschap, religieuze overtuiging, ... respectievelijk door de politieke partijen, vakbonden, religieuze organisaties, ... worden behandeld als deze organismen dergelijke gegevens niet meedelen zonder de toestemming van de betrokken personen.
Gerechtelijke gegevens mogen enkel worden verwerkt door een openbare instantie voor zover dit noodzakelijk is voor de vervulling van de taken ervan, door een advocaat voor de verdediging van zijn cliënt, door iedere persoon om zijn eigen geschil te regelen of als de verwerking ervan noodzakelijk is voor wettelijk vastgelegde doeleinden.
En niet te vergeten moet natuurlijk in ieder geval voldaan worden aan de bepalingen van de wet op de bescherming van de privacy, zowel met betrekking tot de nagestreefde doelstellingen, de modaliteiten van toegang tot deze gegevens, de verplichting om de betrokken personen op de hoogte te brengen...
Er moet natuurlijk ook verwezen worden naar de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 30 mei 2007, die discriminatie verbiedt op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, rijkdom, religieuze of filosofische overtuiging, politieke overtuiging, taal, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst.
In het licht van het voorgaande is het nauwelijks denkbaar, zonder vooruit te lopen op de toekomstige bedoelingen van de wetgever, dat het Rijksregister van de natuurlijke personen ooit informatie zou moeten opnemen over ras, politieke opvattingen, godsdienstige of filosofische overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, gezondheid, leven en seksuele geaardheid, administratieve of strafrechtelijke verdenkingen, vervolgingen of veroordelingen..., aangezien deze gegevens inderdaad geen identificatiegegevens zijn in de strikte zin van het woord, noch gegevens waardoor burgers gelokaliseerd kunnen worden.
Als de wetgever echter zou beslissen om dergelijke gegevens op te nemen, zouden deze toch van de bijzondere bescherming genieten die wordt gegarandeerd door wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zowel in de toegang ertoe als de mededeling ervan.
Net als voor medische gegevens, is de opneming van dergelijke gegevens een echt maatschappelijk probleem waarvan de uitwerkingen meervoudig zijn en waarin soms tegenstrijdige belangen meespelen, waarin het parlementaire debat het parlementaire debat voluit haar rol moet spelen als bewaker van de democratie en de beschermer van de privacy.
Wat zal er met mijn gegevens gebeuren na mijn overlijden?
Het elektronische dossier wordt na de datum van overlijden dertig jaar bewaard bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.